Om 6.55 uur stonden we op, we maakten de broodjes ei en sprongen voor 40 min in de auto naar Miradouro da boca inferno, dat scheen de beste plek te zijn om de twee grootste delen van Caldeira das Sete ciuades kratermeren te zien. Deze bestaat uit twee delen, een groen en een blauw meer. Lagoa Azul (blauw) en Lagoa Verde (groen). Sete cidades wil zeggen 7 steden, maar in dit geval bedoelen ze er 7 kratermeertjes mee.
Dit is hoe het schijnt te zijn op Boca Inferno: “Je passeert het kleine meer Lagoa do Canario, dat omringd wordt door hoge bomen die weerspiegelen in het water. Het lijkt dat Lagoa do Canario zelf dé highlight is op deze plek, maar als je door de toegangspoort wat dieper het bos in rijdt dan ontdek je pas echt waarom het hier zo druk is. Op een gegeven moment vind je verder in het bos een pad en trap omhoog. Klim die helemaal op en eenmaal op de top vind je een van de meest spectaculaire uitzichten van de Azoren. Het vergezicht vanaf Miradouro da Boca do Inferno is bloedmooi en misschien wel de mooist op Sao Miguel.”
Nou… dit was onze ochtend: het was al bewolkt bij ons, maar we moesten nog hoger dus op een gegeven moment zaten we echt in de wolk, de navigatie zei dat we we links af moesten slaan maar daar zat een hek, dat hek zat dicht. Er stonden nergens bordjes dus we twijfelden of we goed waren, tot er een busje met hikers stopten. We parkeerden de auto en volgden hen langs het hek. We liepen een stuk (wat je normaal dus met de auto doet) door het bos en kwamen aan bij een paadje omhoog. We bleven lopen en in de verte hoorden we stemmen, we zaten dus goed maar we zagen letterlijk geen hand voor ogen. Het gevoel dat je uit de gondel op wintersport stapt en niets ziet. We wilden het niet opgeven dus we besloten even te gaan zitten en onze koffie en broodjes te nuttigen. Na een uur wachten begonnen we glimpsen van het meer te zien. Af en aan verdwenen de wolken en de mist. Nadat we een paar foto’s geschoten hadden tussen de wolken door waren we het zat.
Op weg naar beneden liepen we even langs Lagoa do Canario waar wel de zon op scheen. Daarna reden we naar Miradouro Da Visto do Rei waar we gelukkig een mooi uitzicht hadden en vervolgens Miradouro do Cerrado das Freiras. Ook mooi!
Bij Quinta da Querio in het dorpje zelf gingen we even pauze houden, dat was een heel clean schattig theehuis waar we alvast een vroege lunch van een heerlijke sandwich met biefstuk en carrotcake met chocolade op hebben. Daar kreeg ik ineens een hoofdpijnaanval en ik heb normaal in elke tas pijnstillers, maar gisteravond had ik het toilettasje gepakt en vanmorgen totaal vergeten. Net nu had ik het nodig, de dichtstbijzijnde apotheek lag op een half uur rijden dus we probeerden het in wat supermarkten. De eerste zat dicht, dus op naar de volgende, ik vroeg het de caissière maar helaas. Een vriendelijke lokale jongen hoorde mij praten en bood zijn paracetamol aan. Als echte kofferbak handelaar liepen we naar zijn auto, maar wat was ik blij! Gelukkig voelde me ik me daarna veel beter.
De volgende stop was Piscina natural da Ponta da Ferreira, dat is een plek om te baden tussen de zwarte rotsen en te genieten van het warme zeewater. Tenminste… zo wordt het omschreven, haha. Het water was koud en die lavastenen worden nog steeds niet comfortabeler. We hebben een beetje gepoedeld en een watertje bij de bar daar gedaan. Vervolgens gingen we via een raar onverhard weggetje naar miradouro do escalvado. Dat was weer verrassend mooi, we waren bijna alleen en hadden uitzicht op de kliffen en op Mosteiros, maar bovendien is het een walvis-spot-punt. En ja hoor we zagen een walvis van grote afstand. Meerdere keren kwam hij boven, zo bijzonder! De boot in de buurt die aan het walvisspotten was zag hem niet, dat konden we van boven goed zien. De zee is zo anders als je er op vaart, dan als je het van zo’n afstand ziet. Wij hadden weer een unieke ervaring!
Vervolgens zijn we weer lekker bij ons tentje van gister gaan zitten in de ligstoelen, Sea Side Vibes. Je merkt wel echt dat de Azoren niet op toeristen berekent zijn, er zijn weinig parkeerplekken, 0 toeristische winkeltjes, 0 strandstoelen & parasollen. Terug thuis kwam ik erachter dat ik mijn stranddoek was vergeten, gelukkig hadden ze hem bewaard toen we belden. We konden op weg naar het restaurant mooi langsrijden!
Om 19.00 uur hadden we geserveerd bij Gazidla, aanrader van onze host en mooi uitzicht op de baai en zonsondergang. Wij gingen echter alleen voor het eten want we wilden thuis op ons ‘balkon’ de zonsondergang. We genoten oprecht van hun limpets en octopus, maar om 20.00 reden we met gierende banden de berg op. We dronken ons laatste beetje rode wijn voor op het dak van onze douche (waar we voor uit het slaapkamer raam moeten klimmen, dat wat onze host balkon noemt ;)). Dat daargelaten was het geweldig! De zon en zee verkleurden met de minuut en vooral het weidse uitzicht, en het feit dat we het met niemand hoefden te delen was super!
Het blijven prachtige plaatjes en in alle verhalen heb ik weinig gelezen over regen dus dat is mooi meegevallen.nog maar even genieten de laatste momenten.