We zaten al om 8.15 uur aan het ontbijt en na de drankjes van gister voelde het extra als een maandagochtend, het ontbijt was geheel in stijl van het hotel, weinig soeps. Daarna gingen we terug naar het vliegveld. We kregen een mooie nieuwe auto, Renault Captur, mocht ook wel voor dat geld. Auto’s zijn duidelijk een schaars goed op het moment. We reden naar Lagoa, weinig spannends, keramiek fabriek waar we niet binnen zijn geweest. Vervolgens naar Caloura, mooie baai en daarna naar Vila Franco do Campo, daar zagen we heel veel oude mannen op bankjes, maar het hoogtepunt (letterlijk) was de kapel Ermida de Nossa Senhora da Paz met een prachtig uitzicht over de baai.
Hierna zijn we richting Furnas gereden. Bron: Voja travel. Furnas is een pittoreske stad met een bijzondere ligging. Het plaatsje ligt namelijk bovenop een actieve vulkaan! Wandel door het groene geothermische park van Furnas: bewonder geisers, zwavel en geniet van warmwaterbronnen die omringd zijn door tropische tuinen. Het gebied om de Furnas vulkaan is schitterend groen. Dit komt door de combinatie van de vruchtbare vulkanische grond en regelmatige neerslag. De vulkaan Furnas is één van de plaatsen waar de lava naar boven kwam die het eiland heeft gevormd. De slapende reus is al een tijdje niet actief. De laatste uitbarsting dateert uit 1630, daarbij kwamen 200 mensen om het leven.
Wij reden eerst naar kratermeer Lagoa das Furnas, daar hebben een stukje gelopen en een lokaal koekje gegeten en koffie gedronken bij het Monitoring and Research Center of Furnas. Vervolgens zijn we naar Caldeiras da Lagoa das Furnas gereden waar de kracht van de aarde wordt duidelijk zichtbaar wordt. Het ruikt er vies, gezien de zwavellucht, maar het is indrukwekkend om te zien dat de warmte van de aarde nog zo aan de oppervlakte komt. Er wordt op veel plekken door locals en restaurants een stoofgerecht gemaakt, door pannen in de warme aarde te zetten die men na 5 à 6 uur weer op kan komen halen. Het is allemaal wel erg toeristisch, iets wat we van de andere eilanden totaal niet gewend zijn.
De volgende stop was Miradouro do Pico do Ferro. Daar had je echt een schitterend uitzicht over de hele vallei met het dorp, caldeiras en het meer. Vervolgens was het tijd voor lunch, we reden net super toeristische (ook veel locals op vakantie) stadje in en het bleek allemaal vol te zitten. We kwamen terecht bij de lokale snackbar 2020 waar we een broodje varken en een cheeseburger kregen na 45minuten wachten (smaakte prima overigens). Dit gaf ons qua drukte geen goed gevoel voor de avond dus we begonnen restaurants te bellen, achter elkaar ‘nee vol’. Dus we besloten onze zinnen te verzetten met de volgende activiteit.
In het vulkanische Furnas zijn veel warmwaterbronnen te vinden. Vooral in het centrum vind je bijvoorbeeld Poça da Dona Beija. Hier geniet je van thermale baden met verschillende temperaturen, middenin een tropische tuin. Ik ben niet enorm fan van dit soort activiteiten (vooral niet sinds mams me de dode zee in stuurde ;)). Maar het hoorde echt bij de regio en heeft allerlei genezende krachten. We gingen naar binnen en mochten er anderhalf uur zijn (meer dan genoeg). Het water heeft een oranje kleur dus nu kwam Angelo zijn nieuwe goedkope zwembroek goed van pas, mijn zwarte bikini liep weinig gevaar, maar mijn geblondeerde haar wel. Dus ik dulde geen gespetter en watervallen ;). De temperatuur van de baden was 39 graden, dat is best hoog als het buiten 26 graden is. Ik deed mijn best er het beste van te maken haha, maar Ang genoot met volle teugen. In verband met Corona waren de douches en handdoek verhuur dicht. Dat is super als je oranje bent haha. Maar goed, we droogden op aan de zon en deden wat oude kleren aan. We liepen naar buiten en er stond echt een enorme rij, dat hadden wij gelukkig niet. Dat voelde dan toch wel als goede timing na al die pech met restaurants. We dronken een drankje met uitzicht op de rij (grootste glas wijn wat ik in mijn leven heb gekregen) en we discussieerden of we wel of niet meester Ronnie hadden gezien.
Om 17.45 reden we naar onze slaapplek Quinta de Santana – Queimadas, want daar kon je pas om 18.00 inchecken (belachelijk), we konden het niet helemaal vinden maar uiteindelijk kwamen we op een groot terrein bij een huis terecht. De enthousiaste gastheer Luis vertelde meteen de hele geschiedenis van zijn musicale familie en gaf uitleg over de boeken die hij had geschreven (stambomen uit Furnas sinds 1400) en een biografie over de man die al eind 1800 de elektriciteit naar de Azoren had gebracht. Ook gaf hij uitleg over allerlei soorten liquor die oudere mensen brouwen om hun pensioen aan het vullen die we hier voor een kleine bijdrage kunnen proeven. Onze kamer heeft helaas geen airco (ik had niet goed opgelet), maar wel een fan. Normaal deel je de badkamer (buiten je kamer) met een andere kamer maar nu door Corona gelukkig niet.
We hebben letterlijk elk restaurant in Furnas gebeld en nergens plek. Ook voor morgen zijn we alvast begonnen met bellen maar tot nu toe weinig succes. Zo frustrerend en vervelend en gaat totaal in tegen lekker ‘go with the flow’ op vakantie zijn. Daarna hebben we de gele/oranje zooi van ons afgedouched en besloten naar een ander dorp te rijden.
We stapten in de auto en stopten bij nog één in een restaurant in Furnas, zonder succes. We reden naar het stadje Ribeira Quente aan de kust waar de eerste ook vol zat, telefonisch de tweede ook, de derde was dicht en we (lees: ik) waren heel dicht bij het allemaal opgeven tot ik belde naar Bar da Praia. Een schattig beachbarretje bij het strand met uitzicht op de baai en daar hadden ze halleluja nog steeds plek. We bestelden octopus salade (ze stoppen hier alles in een blikje), garnalen en pizza. Bijna altijd kost een klein biertje een euro en een wijntje 2 euro, die prijzen zijn top! Het was een zwoele avond dus we zaten hier prima om de route voor morgen te bepalen. Op de terugweg zijn we nog naar wat van de caldeira’s in het stadje gegaan. Die vind je gewoon in de straat en zijn in het donker nog indrukwekkender
Leave a Reply