We wilden graag kijken in het dorpje Wollombi, maar bij elke route die we namen liepen we vast omdat de auto max 2,6meter hoog mocht zijn. We zijn toen maar naar Kurri kurri gereden, een stadje bekend om haar ijsvogels. Daar hebben we ook boodschappen gedaan en daarna zijn we gaan zoeken naar een lunchplaatsje.
In de auto heb ik ondertussen camping geregeld voor Noosa, Brisbane en de Goldcoast. Het regelen van Fraser island en een camping in Byron Bay bleek nog een hele klus dus dat moest ik een dagje uitstellen.
We vonden een leuk lunchplekje aan de rivier in Maitland waar er ook deze keer aan zalm geen gebrek was.
Nadat we de heerlijke lunch weer op hadden zijn we via Paterson naar het Barrington Tops National Park gereden. Daar hebben we in Ferndale Park op een leuke stek tussen de koeien en aan de rivier geslapen. De eigenaren van de camping waren twee oude mensen die van schoonmaken hun hobby niet hadden gemaakt. Haha dit was de eerste camping waarvan de faciliteiten zo vies waren dat het grappig werd. De spinnenwebben zaten overal, alles was zwart en vet van het stof en er zaten overal beestjes.
We hebben er toch wat was gedaan met de oudste wasmachine ooit die ook alleen koud kon wassen. Daarna aten we Aziatisch. Rijst, gebakken kip, wortels, erwtjes, salade en Indiase saus voor bij de rijst stonden op het menu. Dat was smullen, daarna gingen we de afwas doen in het ‘campingkeukentje’ maar we durfden de schone afwas nergens op te zetten.
Ps. Gelukkig hebben we hierna nog twee maanden om op rantsoen te gaan na alle soorten chocolade, koekjes, nootjes, chips, worstjes, ham, fruit en kazen die Irene ons voorschotelt ;)!
Leave a Reply