Vanmorgen zijn we om half 9 gaan ontbijten, blijft een rare gewaarwording met die mondkapjes naar het buffet lopen met je eigen vork en alles in bakjes. We hebben in het zonnetje een kopje koffie gedaan en zaten rond 11 uur in de auto naar Wijnhuis CATTIN in Voegtlinshoffen, 10 km ten zuiden van de Elzasser wijnhoofdstad Colmar. We hadden online gezocht naar een wijngaard waar we konden lunchen en proeven met een view.
De familie Cattin is van Zwitserse afkomst en is in de Elzas vanaf 1720. Tegenwoordig wordt het landgoed gerund door Jacques en Jean-Marie Cattin, de Cattins bezitten 65 hectare wijnstokken die zijn beplant met alle traditionele Elzasser variëteiten, evenals twee afzonderlijke wijnmakerijen, waarvan er één uitsluitend is gewijd aan de productie van Cremant-wijnen. De meeste wijngaarden van het landgoed Cattin zijn meer dan 60 jaar oud. Alle 8,12 hectare zijn beplant met Pinot Gris.
Er leek een file te staan dus we kozen wat omweggetjes door het prachtige wijngebied. Precies om 12.00 uur kwamen we aan bij het sjieke wijnhuis met terras met prachtig view. De tasting kon beginnen, we hadden een Brut CATTIN Rosé, Riesling, Gewurztraminer Hatschbourg en Pinot Gris Vendanges tardives. Ze waren allemaal lekker! Hierbij kregen we een lekker plankje met kaas en worst en een paté in bladerdeeg. Als toetje kregen we een gigantisch stuk bessentaart met koffie. Dit alles voor 43 euro maakte het feest helemaal compleet. Op weg naar buiten hebben we nog een paar flesjes meegenomen en ik persoonlijk iedereen in de winkel bedankt én uitgezwaaid. Merci, au revoir!
De volgende stop was Colmar, omschreven als:”schilderachtige vakwerkhuizen, romantische grachten, met bloemen versierde vensters, een doolhof aan geplaveide steegjes en heerlijke gastronomie.” We zochten naar Petit Venice aan de rivier de Lauch. Het was schattig, maar ook een beetje hoog Disney gehalte. We liepen door naar een van de meest in het oogspringende huizen, Maison Pfister. Ook wel omschreven als: “oude kiet, gebouwd in vroege Duitse renaissance stijl”. De panelen zijn versierd met schilderijen van Hoge ambtenaren, Bijbelse figuren en andere mythologische figuren. Ook liepen we langs de cathedral.
We vonden het een leuk stadje om gezien te hebben maar wat ons betreft te toeristisch dus om 15.00 uur reden we naar Riquewihr waar ons hotel voor de nacht was. Je kon er met de auto blijkbaar niet komen dus we (Ang) sleepten nog een halve kilometer met onze koffertjes, laptoptassen en gewone tas. De eerste indruk van het dorp was schattig, met alle kleurrijke huizen en steegjes. We checkten in bij het simpele maar schattige Hotel Le Saint Nicolas. Een heel verhaal in het Frans maar gelukkig kon ik het door de context redelijk plaatsen. We raken ook al bijna gewend aan ons mondkapje. Onze kamer heeft een tv zo groot als een postzegel en een bed even lang en breed als een ledikant haha.
Daarna zijn we gaan wandelen in de buurt. We wilden gaan wijnproeven bij een van de vele wijnhuizen in de buurt, maar we konden nergens lekker buiten zitten. Uiteindelijk zijn we een biertje gaan drinken bij Brasserie du vignoble in de biertuin. Echter begon daar een bbq dus we zijn vertrokken met de wijze woorden van Ang: “Ze roken ons uit, we gaan.” Daarna zijn we nog een Riesling en Gewurtztraminer gaan drinken op zonnig terras maar de kwaliteit van wijnen wisselt nogal. Na een korte break was het tijd voor het diner. De terrassen zaten vol dus we vonden een laatste plekje bij Relais Des Moines. We aten slakken, eend, risotto en Oeufs en Meurette. De slakken waren heerlijk!
Leave a Reply